Een fout in een vertaling kan rampzalige gevolgen hebben. Dat is des te meer het geval bij een medische vertaling. De kleinste vertaalfout kan leiden tot een verkeerde dosering van een medicijn, een foute toediening, … Daarom is het van essentieel belang dat de vertaler vertrouwd is met beide talen en over de nodige medische kennis beschikt.
Medische kennis
In de eerste plaats moet de vertaler vertrouwd zijn met de medische terminologie in zowel de brontaal als de doeltaal. Maar het gaat verder dan enkel terminologie: om de tekst correct te interpreteren, moet de vertaler een behoorlijke medische kennis hebben. Als hij niet begrijpt wat hij leest, dan is het moeilijk om ambigue woorden en formuleringen te herkennen en correct te vertalen.
In de medische terminologie zijn er bijvoorbeeld heel wat synoniemen te vinden. Zo zijn ‘infantile scurvy’, ‘Barlow’s disease’, ‘Möller-Barlow disease’, ‘Barlow’s syndrome’, ‘Cheadle-Möller-Barlow syndrome’, ‘Moeller’s disease’ en ‘vitamine C deficiency syndrome’ allemaal benamingen voor dezelfde ziekte. Dat maakt het een hele opgave om de correcte vertaling te vinden. Sommige termen worden ook voor verschillende ziektes gebruikt.
Ook geneesmiddelen hebben vaak verschillende benamingen. In de meeste gevallen worden de International Non-proprietary Names (INN) gebruikt, zoals vastgelegd door de Wereldgezondheidsorganisatie. Maar in sommige gevallen wordt een andere benaming gebruikt. Dat kan gaan om een licht afwijkende spelling, maar er zijn ook geneesmiddelen met volledig andere benamingen dan de INN. De vertaler heeft dus best ook een uitgebreide geneesmiddelenkennis.
De juiste term
Een belangrijke valstrik voor de vertaler zijn zogenaamde ‘valse vrienden’. Termen die equivalent lijken, betekenen niet noodzakelijk hetzelfde. Zo kan het Engelse ‘drug’ ook gewoon ‘medicijn, geneesmiddel’ betekenen. In sommige gevallen zorgt een verschillende transliteratie van oorspronkelijke Griekse of Latijnse termen voor een verschil in spelling. De Engelse term ‘quinone’ wordt in het Nederlands bijvoorbeeld ‘chinon’.
Op zoek naar de juiste benaming voor een ziekte ontdekt de vertaler vaak meerdere opties. Denk maar aan de term ‘bijziendheid’ versus de medische benaming ‘myopie’. Welke term het meest geschikt is, hangt af van het doelpubliek.
Idiomatische uitdrukkingen
Naast vakjargon treft de vertaler in een medische tekst ook taaleigen uitdrukkingen aan. In het Engels zegt men bijvoorbeeld ‘critically ill’ voor een patiënt die stervende is zonder hoop op herstel. Dat is geen medische terminologie, maar gewoon een conventie. De vertaler moet in zulke gevallen de uitdrukking correct kunnen interpreteren en vertalen.
Bij sommige termen zijn er bovendien regionale verschillen. In Brits Engels betekent ‘surgery’ bijvoorbeeld niet alleen ‘operatie’ maar ook de openingsuren van een dokter. Ook culturele verschillen kunnen een invloed hebben op taalgebruik.
Leenwoorden
De medische wereld evolueert razendsnel. Om nieuwe ontdekkingen en technieken te benoemen, worden er dan ook voortdurend nieuwe termen geïntroduceerd. Die termen worden vaak onvertaald overgenomen door anderstalige collega’s.
Omdat het gebruik van die meestal Engelse termen gangbaar is binnen het medische veld, laat de vertaler die termen misschien beter onvertaald. Maar dan wordt de tekst voor een leek onbegrijpelijk. Het is aan de vertaler om het juiste evenwicht te vinden.
Een nieuwe opmerking toevoegen